Er was eens een opa, hij heette R(oel)and. Opa R(oel)and had een kluis. Maar op een dag, toen hij een kopje suiker ging lenen bij de buren om een taart te bakken, werd de kluis van Opa R(oel)and gestolen. Opa R(oel)and zal van schrik vast niet deze taart gemaakt hebben. Wellicht liet hij zelfs wel van schrik het kopje suiker uit zijn handen vallen. Om Opa R(oel)and een beetje te troosten mochten alle Pandora-teams een taart voor Opa R(oel)and bakken. Tenminste, dat was onze interpretatie van de reden voor een taartborrel. Je zou ook kunnen denken dat een taartborrel traditie is, maar die jonkies van de organisatie weten dat vast niet.
Vorig jaar is uit ons experiment met aardbeien gebleken dat een beetje fruit het ook wel goed doet. En omdat geen enkele puzzel dit jaar de windrichting Zuid bevatte moest het iets met tropisch fruit worden. Of een iets creatievere interpretatie: Limburgse vlaai.
Gelukkig zijn wij ervaren in het bakken van taarten en hebben we in het verleden het boekje “500 vlaaien en taartjes” gewonnen, waar aardige suggesties in kunnen staan. Ook beweerde het boekje dat taart bakken een exacte wetenschap is. Binnenkort vast beschikbaar als themaminor op de UT. Wij hebben het toch maar iets minder wetenschappelijk aangepakt, net als bij puzzelen werk benaderen vaak ook prima, en is het niet onverstandig om je gevoel te volgen.
Het geheel begon met wat bloem. Eigenlijk alleen witte bloem, maar om het iets culinairder te houden kon er ook prima wat boekweitmeel door het mengsel heen. Dat dit nog in het keukenkastje van Barrel te vinden was is verder natuurlijk volledig toeval. Verder een eitje, een snufje zout en wat koud water, weinig verrassends dus. Het deeg mag even rijzen in de koelkast (waar je het zelf heen mag brengen, het was immers geen zelfreizend bakmeel), waarna je een springvorm mag bekleden met deeg.
De vulling bestaat uit kersen, blauwe bessen, en een mengsel van suiker, citroensap, citroenrasp en wat bindmiddel. Wat dit uiteindelijk gaat worden zal maar weinig mensen verbazen. Wist je trouwens dat je citroenrasp ook prima kunt maken door je citroenschillen in de keukenmachine te gooien? Geen rasp voor nodig dus.
Bovenop hoort vervolgens een vlechtwerk van deeg. Nou hebben wij genoeg ervaring met het vlechten van rolstruiken, maar het vlechten van deeg is natuurlijk een compleet andere dimensie. Het leuke van dit patroon is dat het ook prima op een Scrabble-bord zou kunnen passen. Waar hebben we dat vaker gezien?
De borrel was dit jaar heel bijzonder: het begon om 16:00, maar het proeven van de taart zou pas om 17:30 beginnen. Wij besloten daarom maar wat later te komen, maar toen we om 16:45 binnenkwamen bleek onze taart de eerste te zijn. Helaas was dit niet omdat de rest geen taart had gemaakt, maar omdat de rest nog taart aan het bakken was. Langzaam maar zeker druppelden de taarten binnen, en wij maar wachten tot het moment dat we de taart aan de Meiscie aan mochten bieden. Dit jaar ging dat helemaal anders, er werd gewoon opeens in de taart gesneden zonder dat we een mooi verhaal over boormachines, vogelnestjes en exacte wetenschappen op konden hangen. En wat het ergste was: dit duurde zo lang dat de Meiscie intussen een oude taart had.
Zoals altijd had de Meiscie weer een eigen draai gegeven aan wat voor prijzen ze uit moesten reiken. In het verleden ging het al eens over de hoogste taart, dit keer was er een extra prijs voor de kleurrijkste taart. Blijkbaar weten alle teams dit altijd, behalve wij, want er waren behoorlijk wat kleurstoffen in de taarten gebruikt. De nyancattaart zag er zelfs uit alsof er glowsticks door het meel gehakt waren. Ook was er uiteraard een prijs voor de lekkerste taart, en wat schetste onze verbazing: die was niet voor ons. Hierna had ook de orga een prijs voor de lekkerste taart: ook die was niet voor ons. Het einde van het taartperk Rolstoelstruik is hiermee definitief ten einde. Misschien hadden we dan toch ook een taart moeten maken, want een vlaai hoort niet op een taartborrel thuis.